Benodigdheden voor 4 personen
- 1 hele kip
- zeezout
- 8 teentjes knoflook
- 4 Spaanse pepers inclusief zaadjes
- 1 laurierblad
- 1 tl gerookt paprikapoeder
- 1 tl gedroogde oregano
- olijfolie
Bereiding
Leg het kip op de borst en knip (bijvoorbeeld met een vleesschaar) of snijd langs beide zijden van de ruggengraat. Deze verwijder je en dan kun je ‘m helemaal openklappen. Druk met je handen de bouten ook nog plat, je breekt zo de botjes, en smeer dan in zijn geheel in met fijn zeezout totdat het piepkuiken helemaal bedekt is met een dun laagje zout. Leg ze in een platte schaal of bakblik, dek af en laat 12 – 24 uur droog pekelen in de koelkast. Spoel daarna af onder de kraan zodat overtollig zout is verwijderd en dep de piepkuikens goed droog met keukenpapier.
Het droog pekelen is niet noodzakelijk, maar het geeft de kip een mooi krokant velletje en het vlees wordt malser en smaakvoller. Kies je ervoor om niet te pekelen: voeg dan zout toe aan je piri-piri marinade.
Laat de kip daarna een half uur op kamertemperatuur komen en steek een houtskoolvuurtje aan. Bijvoorbeeld in de barbecue (en dat kan ook gewoon in de herfst en winter). Heb je dit allemaal niet voorradig dan werkt een grote grillpan ook. Je mist dan alleen de echte houtskoolsmaak.
Leg de kip opengeklapt op een rooster op het vuur en laat ze aan beide zijden garen en bruin worden. Daarna smeer je ze met een kwastje goed in met de marinade. Rooster nog even door totdat de buitenkant bruin en krokant is.
Voor de piri piri saus
Doe alle ingrediënten in een blender en maak er een saus van. Voeg zoveel olijfolie toe tot het lekker smeuige wordt.