• 2 tenen knoflook gepeld
• 2 sjalotjes, grof gesneden
• 1 eetlepel sambal trassi
• 2 blaadjes salam
• stukje laos van 2 cm
• 1 theelepel assem
• 1 stengel sereh
• 1/2 dl ketjap
• scheutje citroensap
• 1 kippenbouillonblokje
• 500 gr; kipfilet
• 2 eetlepels zonnebloemolie

Bereiding

Doe de ui, knoflook en sambal trassi in de keukenmachine en maal het tot een boemboe. Snijdt intussen de kipfilet in kleine blokjes. Verhit in een wok de olie. Voeg de boemboe toe en laat het zachtjes aanfruiten. Voeg de kipfilet toe en laat het lichtbruin bakken. Voeg vervolgens de salam, laos, assem en sereh toe. Daarna de ketjap, citroensap en circa 1 1/2 dl water + het bouillonblokje. Laat het geheel zachtjes sudderen tot de kip gaar is (circa 30 minuten). Verwijder daarna de laos, sereh en salam.

Tip

In plaats van atjar ketimoen kun je dit gerecht opdienen met taugé. Ik maak dan een dressing van ketjap, sambal oelek, knoflook en een beetje assem. Dit mengsel roer ik door de taugé, die ik eerst overgoten heb met heet water. En kroepoek doet het altijd goed bij een Indonesische maaltijd.

TERUG